Hemel Hel en Vagevuur|Gerrit vanden Bosch 9061527376

€ 13,00
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 4,78
20sinds 22 dec. '24, 14:31
Deel via
of

Kenmerken

ConditieZo goed als nieuw
Jaar (oorspr.)1991
Auteurzie beschrijving

Beschrijving

||boek: Hemel Hel en Vagevuur|Preken over het hiernamaals id Zuidelijke Nederlanden tijdens de 17e & 18e eeuw|Davidsfonds

||door: Gerrit vanden Bosch

||taal: nl
||jaar: 1991
||druk: ?
||pag.: 207p
||opm.: softcover|zo goed als nieuw

||isbn: 90-6152-737-6
||code: 1:001732

--- Over het boek (foto 1): Hemel Hel en Vagevuur ---

De gevarieerde en boeiende 'geschiedenis' van het hiernamaals.

Op het leven volgt de dood. Maar wat gebeurt daarna? Heeft de mens deel aan de Hemelse glorie? Moet hij boete doen in het vagevuur? Of wordt hij verdoemd tot de eeuwige pijnen van de hel? Dat waren alvast de drie mogelijkheden die in preken uit de 17de en 18de eeuw werden voorgehouden.

[bron: https--www.booksinbelgium.be]

DE HEL ALS PASTORALE EN ESCHATOLOGISCHE REALITEIT IN ZUID-NEDERLANDSE KATHOLIEKE SERMOENEN VAN DE ZEVENTIENDE EN ACHTTIENDE EEUW Gerrit Vanden Bosch

Hedendaagse theologen praten niet graag over de hel. Zij is zowat het stiefkind geworden van de christelijke eschatologie, een moeilijk te vatten element uit de traditie dat helemaal haaks staat op de actuele verrijzenisleer. De vuurovens beneden het aardoppervlak zijn dan wel gedoofd, maar de herinnering eraan is in het collectieve geheugen blijven hangen en durft wel eens voor zure oprispingen te zorgen. Wat vroeger door theologen en predikanten werd gekoesterd als een van de voornaamste peilers van de geloofsverkondiging, is nu gemarginaliseerd en verbannen naar de onderste (!) regionen van het christelijk hiernamaalsgeloof. Bredero's gezegde dat 'het kan verkeren' betreft dus ook de hel, en de veranderde houding ten aanzien van deze strafplaats is een illustratie van één van die zeldzame wetten in de geschiedwetenschap die zegt dat het ene extreem het andere oproept. Een terugblik op het functioneren van de hel binnen de context van Zuidnederlandse katholieke sermoenen uit de zeventiende en achttiende eeuw maakt duidelijk hoe 'het succes' van de strafplaats der verdoemden op de lange duur haar ondergang tot gevolg had. Situering van de hel in de theologische en pastorale traditie De hel zoals ze werd geënsceneerd op de kansels van de Contrareformatie kon bogen op een lange intellectuele en pastorale traditie. Samen met de hemel en het vagevuur vormde zij het hiernamaals-drieluik dat gedurende eeuwen als referentiekader diende voor het christelijk denken en handelen. De verrijzenis van de individuele mens uit de dood was de hoeksteen van het christelijk geloof. De eerste aanzetten ervan zijn terug te vinden in de laatjoodse traditie (Jesaja 26:19; 2 Makkabeën 7:9 en 14; Daniël 12: 1-3) en werden in het Nieuwe Testament geëxpliciteerd in de opstanding van Jezus Christus uit de dood en de verrijzenistheologie van Paulus. 1 Dit bijbelse gedachtengoed werd in de daaropvolgende eeuwen tot een coherent geheel uitgewerkt door de patristiek en de scholastiek: respectievelijk Augustinus (354-430) en Thomas van Aquino (1225-1274) zouden zich manifesteren als twee bijzondere 'peetvaders' van het christelijk hiernamaals. Bij het in de J. Lambrecht, 'De Heer tegemoet (1 Thessalonicenzen 4:17). De Schrift over het leven na de dood' in: J. Lambrecht en L. Kenis (red.), Leven over de dood heen. Verslagboek vall eell imerdisciplillair colloquium (Leuven-Amersfoort 1990) 92-95 en 101· 112; J.S. Vos, 'Vroegjoodse en vroegchristelijke visies op het leven na de dood' in: A.W. Musschenga en A.M. Vroom (red.)

[bron: https--www.yumpu.com]

--- Over (foto 2): Gerrit vanden Bosch ---

Gerrit Vanden Bosch (1964) voltooide de studie Moderne Geschiedenis aan de Katholieke Universiteit te Brussel en de Katholieke Universiteit te Leuven en is momenteel werkzaam aan de Katholieke Theologische Universiteit te Utrecht. Hij publiceerde Hemel, hel en vagevuur. Preken over het hiernamaals in de Zuidelijke Nederlanden tijdens de 17de en 18de eeuw (Leuven 1991)

[bron: https--www.google.be/url?sa=...]

Historicus (studeerde geschiedenis KU Brussel en KU Leuven); was werkzaam als: universitair docent Katholieke Theologische Universiteit Utrecht (KTUU) en is thans: als archivaris verbonden aan Archief Aartsbisdom Mechelen; publiceert m.n. over: monastieke geschiedenis en preekliteratuur in de 17e en 18e eeuw.

[bron: https--viaf.org/processed/NTA|087101335]

Works:

  • Hemel, hel en vagevuur, 1991 - Library of Congress/NACO
  • Jezuïetenpastoraat in Friesland: Gerard Carbonel als missiepater in Leeuwarden en omgeving (1613-1627) - National Library of the Netherlands
  • Over de doden niets dan goeds?: zeventiende-eeuwse elogia en necrologia van jezuïeten in de Hollandse Zending als bronnen voor religieuze mentaliteitsgeschiedenis - National Library of the Netherlands
  • Pionnen op een schaakbord?: de rol van klopjes in de belangenstrijd tussen jezuïeten en seculiere priesters in de Republiek omstreeks 1609-1610 - National Library of the Netherlands
  • Vanden Bosch, Gerrit. Monasticon van de geschoeide karmelieten en de geschoeide karmelietessen in de Zuidelijke Nederlanden en het Prinsbisdom Luik, 2001

[bron: https--viaf.org/viaf/16656866]

Aartsbisschoppelijk Archief Mechelen-Brussel [2021-06-15]

Wanneer werd het Aartsbisschoppelijk Archief opgericht?

De oudste sporen van het diocesaan archief gaan terug tot de zeventiende eeuw. Het archief werd toen beheerd door de secretaris van de aartsbisschop en had een uitsluitend administratieve functie. Pas sinds de negentiende eeuw werd het historisch-cultureel belang ervan onderkend en werd het in toenemende mate geraadpleegd door onderzoekers. Tot ver in de twintigste eeuw is het archief beheerd door priesterarchivarissen die behalve de zorg voor het archief ook andere taken hadden. Sinds twintig jaar is het archief in handen van leken-archivarissen die zich volledig kunnen toeleggen op archiefbeheer.

Wat is jullie opdracht en hoe vullen jullie die in?

Onze kernopdracht is het beheer, de ontsluiting en de valorisatie van de historische archieven van het aartsbisdom Mechelen-Brussel. Een groot deel van onze tijd besteden we aan het inventariseren van archiefbestanden en aan externe en interne dienstverlening. Daarnaast coördineren we het hedendaags documentbeheer van de interne diensten van het aartsbisdom. We investeren ook in publiekswerking, onder meer door regelmatige deelname aan de Erfgoeddag en een Facebookpagina.

Wat hebben jullie al kunnen verwezenlijken?

Door in te zetten op een kwaliteitsvolle dienstverlening en door onze publiekswerking hebben we de drempel tot het archief kunnen verlagen, want kerkelijke archiefcollecties hebben een specifiek profiel en waren in het verleden niet altijd heel toegankelijk. We hebben ook structurele samenwerkingsverbanden opgezet met KADOC-KU Leuven en het Rijksarchief, waar eveneens belangrijke collecties religieuze archieven bewaard worden, en met de andere Vlaamse bisschoppelijke archieven. Op die manier is ons archief verankerd in een breed netwerk van archiefinstellingen waarmee we expertise delen en informatie uitwisselen.

Welke ambities willen jullie als team nog graag verwezenlijken?

De online ontsluiting van de collectie is momenteel onze grootste prioriteit. Het omzetten van oude archiefinventarissen naar een versie die online geraadpleegd kan worden, is een arbeidsintensief proces, maar noodzakelijk om als archiefinstelling relevant te blijven. Daarnaast is ook behoud en beheer, het zo goed mogelijk bewaren van onze archieven, een belangrijke doelstelling. Zo willen we het ons toevertrouwde erfgoed voor de komende generaties veiligstellen.

Hoe meet je de impact van jullie werk?

Dat is moeilijk te meten, maar indicaties daarvoor zijn de waardering die we krijgen voor onze dienstverlening en de mate waarin onze collectie geconsulteerd wordt met het oog op academisch en niet-academisch onderzoek. We merken dat in onze geseculariseerde samenleving een levendige interesse blijft bestaan voor religiegeschiedenis. Daarvan getuigt ook de respons op onze Facebookpagina waar we onze archiefcollectie op een laagdrempelige manier presenteren.

Wat maakt jullie team zo uniek?

We ervaren allemaal een grote persoonlijke betrokkenheid bij het archief, ook onze vrijwilligers die voor onze werking onontbeerlijk zijn. Het besef dat dit erfgoed ons toevertrouwd is en dat we er zo goed mogelijk voor moeten zorgen, is deel van onze 'bedrijfscultuur' en zorgt ervoor dat we geëngageerd in ons werk staan.

Hoe zou je de teamspirit omschrijven?

We zijn een klein team dat goed op elkaar ingespeeld is, elk met zijn eigen competenties. We vullen elkaar goed aan en de werksfeer is informeel, ook de overlegmomenten zijn dat. Dat zorgt ervoor dat we flexibel kunnen werken en tegelijkertijd toch efficiënt zijn.

Welke achtergrond hebben de teamleden?

De gemeenschappelijke deler is wat je de historische microbe zou kunnen noemen, de passie voor geschiedenis en archieven. Dat is wat ons bindt en het geldt zowel voor het kernteam als voor de vrijwillige medewerkers. Een geschiedenisopleiding en/of ervaring in de archief- of bredere erfgoedsector zorgt voor de nodige onderbouw.

Welke vaardigheden zijn cruciaal om in dit team te functioneren?

Zin voor precisie en detail en een grote bereidheid om onderzoekers behulpzaam te zijn en de juiste archiefbronnen aan te reiken voor hun onderzoek, samen met een niet aflatende nieuwsgierigheid naar de eigen collectie en het vermogen om zelfstandig te kunnen werken, zijn belangrijke tools en vormen het referentiekader voor onze werking.

Welke voordelen (en risico's) heeft het werken in teamverband voor archivarissen?

Het werken in een klein team creëert de mogelijkheid tot vlotte uitwisseling en overleg en zorgt ervoor dat we voortdurend elkaars klankbord zijn. Dat draagt bij tot een continue expertise-opbouw over de collectie. Dat ervaren wij als stimulerend. Momenteel ondervinden we dat de huidige coronacrisis deze manier van werken onder druk zet, want niet alles is op te vangen via mail, telefonisch overleg of Zoom.

Gerrit Vanden Bosch [bron: https--www.vvbad.be/meta/meta-nummer-20215/aartsbisschoppelijk-archief-mechelen-brussel]

Over een vliegend huis

Deze week dook er een merkwaardig document uit 1789 op: een voorgedrukt stuk in het Latijn met een lapje stof. Collega Gerrit Vanden Bosch van het Aartsbisschoppelijk Archief Mechelen loste het raadsel deskundig op.

Het document werd in 1789 meegebracht uit het Italiaanse Loreto. Sinds eeuwen is dit een bedevaartsoord omdat men gelooft dat daar het huis van Maria, dus het huis waar Jezus opgroeide, staat. Zou dit zich niet in Palestina moeten bevinden? Dat zit zo: toen de moslims eind 13de eeuw het Heilig Land op de kruisvaarders heroverden, brachten engelen het huis door de lucht naar Dalmatië en enkele jaren later naar het huidige Loreto. Meteen begonnen mensen er Maria te vereren. Later bouwde niemand minder dan Bernini er een constructie rond waar je in beeldhouwwerken het verhaal kan zien. Daarrond staat een prachtige kerk.

Het stukje stof van het document werd tegen het Mariabeeld en het huis gehouden. Daarom is het een tertiaire reliek: een voorwerp dat met iets heiligs in aanraking is gekomen. In de bijhorende oorkonde bevestige een franciscanermonnik de authenticiteit ervan. De handel in dergelijke tertiaire relieken zal ongetwijfeld een lucratieve bezigheid geweest zijn.

Wie het document precies naar Mechelen meebracht, is niet geweten.

[bron: https--stadsarchief.mechelen.be/over-een-vliegend-huis]
Zoekertjesnummer: m2215288339
Bekijk ook deze
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...