Teilhard, Jung en Sartre over evolutie|Aula,Eugène Carp

€ 7,00
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 4,74
171sinds 24 feb. '25, 20:39
Deel via
of

Kenmerken

ConditieZo goed als nieuw
AchtergrondWetenschap
Jaar (oorspr.)1970
Auteurzie beschrijving

Beschrijving

||boek: Teilhard, Jung en Sartre over evolutie||AULA [426]

||door: Aula, Eugène Carp

||taal: nl
||jaar: 1970
||druk: 2e druk
||pag.: 186p
||opm.: pocket|zo goed als nieuw|vergeeld

||isbn: D/1970/0265/246
||code: 1:002174

--- Over het boek (foto 1): Teilhard, Jung en Sartre over evolutie ---

Drie grote figuren uit de hedendaagse tijd, die hun verschillende visie hebben gegeven over de evolutie van het mensdom, komen in het voorliggende boek ter sprake. Teilhard de Chardin kan worden geschetst als een vermaard natuuronderzoeker en tevens als een diep religieus man, die tussen zijn geloof en de wetenschap een brug wist te slaan. Jung is verre maart als psycholoog en schepper van de grondslagen voor een modern mensbeeld. Sartre kent men als moderne wijsgeer met literaire en psychologische begaafdheid, wars van elke godsdienstige overtuiging.

De schrijver van dit werk heeft getracht het evolutionistme in het denken van deze drie grote geuren op een voor alle begrijpelijkerwijze uiteen te zetten. Daarbij is getracht niet slechts te wijzen op de diepgaande verschillen in visie, maar ook op de punten van overeenkomst. Het moge een hoopgevende gedachte zijn, dat de mens -ondanks zijn talloze onvolmaaktheden - in zijn eigen evolutie kan blijven geloven.

[bron: flaptekst]

--- Over (foto 2): Aula ---

De Aula-reeks is een populair-wetenschappelijke boekenreeks die in 1957 werd gestart door Uitgeverij Het Spectrum in Utrecht als wetenschappelijkere versie van de Prisma Pockets naar het voorbeeld van de Engelse Pelican Books. De reeks omvatte ruim 700 pockets over mens- en natuurwetenschappen, kunst en filosofie.

Het betreft de volgende uitgaven:

...

[bron: wikipedia]

--- Over (foto 3): Eugène Carp ---

Prof.dr. E.A.D.E. Carp, auteur van een indrukwekkend oeuvre, was - met H.C. Rümke en L. van der Horst - een van de vooraanstaande psychiaters in de 20e eeuw in Nederland (figuur). Van 1930-1963 was hij hoogleraar in de psychiatrie te Leiden.

Eugène Carp werd in 1895 in Den Haag geboren en studeerde in Leiden bij de hoogleraar in de psychiatrie Jelgersma. Van oorsprong protestant, werd hij in verband met zijn huwelijk katholiek. Zijn leermeester Jelgersma had in 1914 de psychoanalyse onder de aandacht gebracht. Tegen zijn benoeming tot opvolger van Jelgersma in 1930 is sterk verzet geweest van de zijde van de psychoanalytici, die meenden dat een katholiek nooit een goede psychoanalyticus kon zijn.

In de beginperiode van zijn hoogleraarschap hield Carp zich vooral bezig met de klinische psychiatrie. De psychiatrie in Nederland nam in de jaren 20 van de vorige eeuw een wending naar een meer psychologische benadering. In...

De volledige inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees.

[bron: https--www.ntvg.nl/artikelen/carp-en-de-psychotherapie]

E.A.D.E. Carp
Dutch university teacher

Eugène Carp

date of birth: 4 June 1895
place of birth: The Hague

date of death: 20 August 1983

native language: Dutch

[source: https--m.wikidata.org/wiki/Q61693769]

Carp, Eugène Antoine Désiré Emile [2013-09-23]

('s Gravenhage 1895 - Oegstgeest 1983)

Psychiater, hoogleraar psychiatrie in Leiden van 1930-1963. Hij volgde als hoogleraar Jelgersma op. Jelgersma had in 1914 in zijn rectorale rede een pleidooi gehouden voor de psychoanalyse. Tegen de benoeming van Carp is verzet geweest van de toenmalige psychoanalytici, die graag een psychoanalyticus als hoogleraar benoemd zagen en vonden dat Carp op grond van zijn katholiek geloof - hij was overigens pas in 1922 daartoe overgegaan - geen goed psychoanalyticus kon zijn. Carp ontplooide zich als een zeer breed georiënteerde psychiater.

Zijn oeuvre omvat een uitgebreid leerboek, zeven delen over diverse psychotherapiemethoden en werken over antropologische psychiatrie. Carp had in zijn eerste jaren als psychiater ervaring opgedaan met de psychoanalyse. Hij verwierp de levensbeschouwing van Freud, maar integreerde diens structurele model in zijn persoonlijkheidstheorie. Carp hechtte een groot belang aan suggestie in alle psychotherapie en was van mening dat dit belang in de psychoanalytische behandeling miskend werd. Niettemin bleven concepten als overdracht en duiding onderdeel van Carps theorie over de psychotherapeutische behandeling.

Literatuur

  • Wilschut, J. (2009) Tussen filosofie en psychiatrie. De dynamische psychiatrie van E.A.D.E. Carp ( 1895-1983) Amsterdam: Candide

Harry Stroeken [bron: https--www.psychoanalytischwoordenboek.nl/lemmas/carp-eugene-antoine-desire-emile]

In memoriam prof. dr. E.A.D.E. Carp
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde

In memoriam prof.dr. E.A.D.E. CARP. Op 20 augustus 1983 overleed in alle eenzaamheid de emeritus hoogleraar in de Psychiatrie prof.dr. E.A.D.E...

[bron: https--www.ntvg.nl/system/files/publications/1983118440001a.pdf&usg=AOvVaw0OnJL9f4mVDzQf9yObVuaJ&opi=89978449]

Tussen psychiatrie en filosofie. De dynamische psychiatrie van Eugène A.D.E. Carp (1895-1983)
Wilschut, H.

Uitgeverij Candide, Amsterdam 2009 361 pagina's, isbn 978-90-75483-47-5, euro 34,50

Deze voortreffelijk gedocumenteerde studie van de psychiatrische en antropologisch-filosofische geschriften van de vermaarde leerling van Gerbrandus Jelgersma, E.A.D.E. Carp, geeft een betrouwbaar overzicht van zijn indrukwekkende wetenschappelijke werk. Carp was van 1930 tot 1963 hoogleraar in de psychiatrie te Leiden en heeft met W.M. van der Scheer, L. van der Horst en H.C. Rümke een persoonlijke stempel op de Nederlandse psychiatrie in de eerste helft van de twintigste eeuw gedrukt. Carps werk wordt hier bovendien heel nauwkeurig gesitueerd in de tijdscontext waarin hij werkzaam is geweest. Carp kende in het voetspoor van zijn leermeester Jelgersma een betekenisvolle rol toe aan het gedachtegoed van Sigmund Freud en zag hierin een veelbelovende richting om de subjectieve beleving van de psychiatrische patiënt te begrijpen en te verbinden met de belangrijkste vraagstukken die in die tijd de klinische psychiatrie beheersten. Hij heeft onder meer aan deze 'dynamische psychiatrie' een belangrijke plaats toegekend in zijn monumentale leerboek, dat in een tijdsbestek van 14 jaar werd gepubliceerd, tussen 1932 en 1947 - De neurosen (1932), De psychopathieën (1934), Psychosen op exogene grondslag en geestelijke defecttoestanden (1937), Medische psychologie en psychopathologie (1947, 1951), Psychiatrie en wetgeving (1941, later onder de titel Gerechtelijke psychiatrie, 1956). Het was in die periode het enige Nederlandse leerboek in de psychiatrie. Carp heeft na de Tweede Wereldoorlog een levendige belangstelling ontwikkeld voor de nieuwere vormen van psychotherapie, die hij niet alleen theoretisch grondig heeft onderzocht, maar ook in de praktijk heeft getoetst: de psychagogische (of re-educatieve) methode, de adleriaanse psychotherapie, de cathartische therapieën, het psychodrama, de groepstherapie en de sociotherapie. Hij heeft in de Nederlandse psychiatrie - hoofdzakelijk met zijn tweede grote project: De Leidse Psychotherapeutische serie - vooral een klimaat tot stand gebracht waarin psychotherapie zich kon ontwikkelen en hij heeft deze nieuwe therapievormen bekend gemaakt bij een breder artsenpubliek. Hij slaagde erin zijn psychiatrische universiteitskliniek (als een van de eerste in Europa) op een sociotherapeutische leest te schoeien en stond daarmee aan het begin van de klinische psychotherapie in Nederland, die pas vanaf 1960 een grote ontwikkeling doormaakte. Daarbij heeft zijn leerling Jongerius, die in de jaren zeventig De Viersprong in Halsteren tot een toonaangevend psychotherapeutisch centrum wist te maken, een zeer belangrijke rol gespeeld. Na zijn emeritaat heeft Carp vooral over antropologische psychiatrie gepubliceerd. Eén van zijn origineelste ideeën lag trouwens op het gebied van de antropologische psychiatrie. Hij was ervan overtuigd dat de mens in samenhang moest worden gezien met zijn 'mens- en wereldbeschouwing' en werkte dat uit in zijn idee dat psychopathologie past bij een bepaald type van 'wereldbeschouwing'.Hij gaf hiermee een verdieping van Karl Jaspers Psychologie der Weltanschauungen en verbond dit concept van antropologische psychopathologie met existentiële thema's zoals 'eenzaamheid', 'dood' en 'angst'. Ofschoon zijn werk in ons land wat in vergetelheid is geraakt, blijkt een aantal aspecten hieruit, tegen de achtergrond van de huidige, op Amerikaanse leest geschoeide psychiatrie, een actualiteitswaarde te hebben. Zijn individualiserende, psychodynamische diagnostiek kan heel zeker in deze tijd, waarin de psychiatrische diagnostiek zich heeft verschraald tot een reducerende dsmrubricering,waarin veel van de aldaar gehanteerde diagnostische rubricerende 'categorieën' bij nader toezien niet veel meer dan 'lege hulzen' zijn, nog steeds als een stimulerend voorbeeld worden gezien. Het belang van de therapeutische relatie, die Carp, als voorstander van een persoonsgerichte psychotherapie, altijd heeft onderstreept, kon door heel wat later uitgevoerd psychotherapieonderzoek bij herhaling worden bevestigd. Ook zijn aandacht voor de 'mensvisie', voor 'zingeving' en 'spiritualiteit' zijn volgens mij zonder meer actueel. Carps werk blijft dus nog steeds stáán als een belangrijke getuigenheuvel (naast het werk van Rümke) in het helaas vandaag sterk geërodeerde en verdorde landschap van de klinische psychiatrie, dat meer en meer overwoekerd is geworden door een haast exclusieve en 'monomane' neurobiologische oriëntatie - hoewel deze op haar beurt niet onbelangrijk en zelfs van een therapeutisch standpunt uit gezien uiterst vruchtbaar is. De lectuur van Carps werk, dat in de bibliotheek van geen enkel opleidingscentrum psychiatrie zou mogen ontbreken, kan inderdaad nog steeds inspiratie bieden om de vermelde filosofische, existentiële en spirituele thema's, die ook voor een moderne, evenwichtige en 'geïnspireerde' psychiatrie onmisbaar zijn, opnieuw te doordenken. Hans Wilschut heeft dit in zijn prijzenswaardige, monumentale studie op een overtuigende wijze geadstrueerd.

[bron: https--www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/nl/artikelen/article/50-8380_Tussen-psychiatrie-en-filosofie-De-dynamische-psychiatrie-van-Eugene-A-D-E-Carp-1895-1983]

Carp, E.A.D.E.

Gender: M
Birthname: Eugène Antoine Désiré Émile Carp
born on: 4 June 1895 at 22:30
Place: Den Haag, Netherlands, 52n05, 4e19
Timezone: LST m4e53 (is standard time)

...

Biography

Dutch professor of psychiatry, prolific writer and essayist.

Eugène Antoine Désiré Emile Carp was the youngest son of E.A.D.E. Carp (1868-1926), a lieutenant-general of artillery. His mother was Jeanne Henriette Bezoet de Bie (1869-1926). Because of the job of his father he and his brother Johan moved a lot.

Eugène Carp jr. followed the gymnasium in Gorinchem and Breda and went to study medicine from 1913 at Leiden. In 1921 he became a physician.

Carp studied neurology and psychiatry under Gerbrandus Jelgersma (Doeveren, 1 Nov 1859 - Oegstgeest, 17 Aug 1942) who in 1899 at Leiden became the first Dutch Professor of Psychiatry. Jelgersma introduced Freud into the Netherlands on 9 February 1914 with the speech "Ongeweten geestesleven" (unknown life of mind). Freud was very pleased with this international breakthrough and published the speech in the German language.

Carp dissertated 10 July 1923 under Jelgersma on the topic "Het manische element in de paranoia." (The manic element in paranoia). On 24 October 1924 he held his first speech as a private lector at Leiden: "Over de waarde der moderne methoden van psychologische en biologisch onderzoek bij de beoefening der klinische psychiatrie" (About the value of modern methods of psychological and biological investigations in clinical psychiatry). In Carps times the studies of psychiatry and neurology were not yet separated. This happened in 1972, before that the term "zenuwarts" (nerve physician) was used.

On instigation of Jelgersma, Carp succeeded Jelgersma as Professor of Psychiatry at Leiden university in 1930, a post he would hold for 33 years minus three months in 1945. In 1964 he was followed up by J. Bastiaans for health reasons.

Carp worked and educated preferentially at the Psychiatric Hospital "Rhijngeest" (English: Pure Mind), now called Jelgersmakliniek. He only showed up for the obligatory theoretical college teachings for medical students at the University, but prohibited his graduates to follow his theoretical lectures as personal observations of the real patients were the best. Carp became the promotor of some 70 dissertations.

Carp was a prolific writer. Between 1992 and 1967 he published more than 230 works. As the writer of the 5 volumes of "Leerboek voor Psychiatrie", a series "Neurosen en Psychosen" and as an editor of the "Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde", he had a great influence on Dutch psychiatric and neurological practice. In later life he wrote about phenomenology, philosophy (Sartre, Jaspers, Teilhard du Chardin) and world literature.

His biographer B.Stokvis (NTVG 99 IV 45, 5 nov 1955) saw an interesting development in his anthropological thinking, that started with the "homo reagens or naturalis" like the acting and reacting of the human body in a by senses and space determined "physical" world (1920-30) by studying histopatholoy of the nervous system (i.e. neurological disease), then went to the still deterministic psychoanalytic point of view of Freud, but in his later years he turned to the metaphysical and freedom aspects of our "being here" and being thrown into the material world ("homo spiritualis") under the influence of Jaspers, Jung and others. He wrote intensively about existential problems as possible origins of disease and studied philosophers like Jaspers and Sartre. In his book "Teilhard, Jung En Sartre Over Evolutie" (1972) he tried to bridge them all, as he realised that the one (body) cannot live without the two other realms of human existence (mind, soul).

In that same year (1972) the Descartian Body-Mind problem was "solved" on Dutch Universities by splitting up the education of "zenuwarts" in Neurology (Hardware Brain science) and Psychiatry (Emotion and Mind science). But the spiritual word "soul" (zielkunde) was lost. Psychiatrist and psychologist became equivalent with what anti-psychiatrist Marten Toonder and anti-fundamentalist Multatuli called "zielknijper" (soul squeezer), a person who rationally tried to treat or convert "cases", but neglected their human emotional and spiritual aspects.

Personal

In 1922 the as a Protestant born Gemini Carp converted to Catholicism, presumably because of his marriage to the Catholic Jeanne Catherine Bernardine Determeyer on 6 Nov 1923 at Spa. He met her on a vacation. They got no children, but Jaenne's unmarried one-egg twin sister (b. 28 June 1898, Burgsteinfurt) soon moved in. The sparse visitors invited at home never knew who of them was his spouse! Jeanne died 28 juni 1983 in Spa, Eugène Carp followed her on 10 August 1983 in Spa.

His biographer, the psychiatrist and philosopher Johannes Wilschut (b. 28 Nov 1950, Rotterdam) cites in his psychiatry thesis on the subject (16 June 2009, 13h45, VU Amsterdam) "Between psychiatry and philosophy, the dynamic psychiatry of Eugène A.D.E. Carp" Karl Jaspers: "Man sieht den Menschen nicht deutlich in seinen Werken".

Carp was a very private person, who never allowed students at his home. He separated home and work rigidly and was only known by his work. This led to speculation amongst students about Carp and his two brides. The "cerebral" Carp was very formal and intellectual and was portrayed in a cartoons as having a big head and small body.

Carp had an elder brother, Johan Herman Carp (19 July 1893, Den Haag - 1`8 November 1979, Den Haag), who was a jurist and philosopher interested in Spinoza. Johan, who had been called a "cerebral mystic" got on the weird path and became an advisor of Anton Mussert. He was sentenced for his idealistic and in his eyes well meant collaboration with the enemy to 12 years in prison after WW2. His brother E. Carp himself was sent three months home from Augustus till October 1945, because of his passive attitude during WW2. The relationship between the two "cerebral" brothers is unclear. Eugène had good reasons (shame, reputation loss) not to speak about his brother, but also Johan did not mention his famous brother in his autobiography. They kept their separate lives secret.

Carp had enduring friendships with the Catholic politician E.N. van Kleffens (1894-1983) en René Dellaert (1906-1979), a Belgian professor of psychopathology.

Relationships

  • friend relationship with Van Kleffens, Eelco (born 17 November 1894)
  • other associate with Jaspers, Karl (born 23 February 1883). Notes: turned to phenomenology of Jaspers
  • sibling relationship with Carp, Johan Herman (born 19 July 1893)
  • (has as) student relationship with Foudraine, Jan (born 25 February 1929). Notes: Dankbetuiging

...

[source: https--www.astro.com/astro-databank/Carp,_E.A.D.E.]

Eugène A.D.E. Carp (1895 - 1983) de broer van Spinozist Johan Herman Carp (1893 - 1979), hield zijn Spinozisme verborgen

Op 16 juni 2010 promoveerde Johannes Wilschut op het proefschrift "Tussen psychiatrie en filosofie. De dynamische psychiatrie van Eugène A.D.E. Carp (1895-1983)."

In juli verschijnt bij Candide uitgeverij meteen ook de handelsuitgave.

E.A.D.E. (Eugène) Carp was hoogleraar psychiatrie in Leiden van 1930-1983. Hij heeft veel geschreven, onder meer een leerboek psychiatrie. Hij was de broer van de Spinozist (en NSB-prominent) Johan Herman Carp.

Uit het persbericht van de VU: "Johannes Wilschut heeft het oeuvre van psychiater Eugène Carp in beeld gebracht en geplaatst in de context van de jaren 1930-1970. Daarmee geeft hij ook een beeld van de uitgangspunten van de Nederlandse psychiatrie van die tijd. De psychiatrie zocht nog naar een duidelijke wetenschappelijke methode en filosofische discussies spelen daarom een grote rol. Carp was in zijn late jaren - hij schreef tot 1980 - meer filosoof dan psychiater. Het existentialisme speelt een grote rol in zijn visie op de mens. Carps werk vormt een scherp contrast met de huidige tijd waar in de geestelijke gezondheidszorg pragmatisme en kortdurende klachtgerichte behandelingen gangbare uitgangspunten zijn. Historisch onderzoek kan behandelaars bewust maken van de tijdsgebondenheid van hun inzichten.

Aan zijn werk is tot nu toe weinig aandacht besteed, maar in Nederland is wel veel onderzoek gedaan naar de geschiedenis van psychiatrische ziekenhuizen en naar bepaalde stromingen in de psychiatrie. Het proefschrift van Wilschut laat zien dat Carp een type psychiatrie voorstond dat gericht was op de persoon en niet zozeer op de klachten van de patiënt. De betekenis van Carp is vooral dat hij in zijn kliniek in Leiden een klimaat schiep waar nieuwe vormen van psychotherapie uitgetest werden. Daarnaast was hij een verdediger van een psychodynamische psychiatrie in de lijn van Freud, dat wil zeggen dat onbewuste processen belangrijk zijn om psychiatrische ziekten te begrijpen."

Tot zover het persbericht van de Vrije Universiteit.
Carps broer Johan Herman heeft hem, Eugène, blijkbaar tot Spinozisme kunnen brengen, wat hij echter verheimelijkt zou hebben. In de samenvatting van het proefschrift dat in z'n geheel op internet beschikbaar wordt gesteld, is het volgende te lezen:

Aan het slot van hoofdstuk 6 wordt Carps denken geïnterpreteerd als een vorm van neospinozisme. We proberen aannemelijk te maken dat de eenheidsgedachte - een concept waarin al veel verschillende noties samenkwamen - teruggaat op het neospinozisme, zoals dat is uitgewerkt door Carps broer, de filosoof Johan Herman Carp. Deze leverde een spiritualistische interpretatie van Spinoza's metafysica en beschreef het spinozisme als een 'eeuwig denktype'; het denken van Eugène Carp kan als zodanig worden getypeerd. Met behulp van moderne wetenschappelijke inzichten maakt E.A.D.E. Carp een eigentijdse synthese van Jung, Sartre, Teilhard de Chardin en veel anderen in een spinozistisch kader.

De vraag wordt opgeworpen waarom Carp zijn spinozisme zo moest verhullen. De veronderstelling is dat Carp niet in verband zal willen zijn gebracht met zijn broer, die door zijn oorlogsverleden het zwijgen was opgelegd.

De betreffende paragraaf in hoofdstuk 6 draagt als titel: 'Carp een cryptospinozist?'

[bron: https--blog.despinoza.nl/log/eugene-ade-carp-1895-1983-de-broer-van-spinozist-johan-herman-carp-1893-1979-hield-zijn-spinozisme-verborgen.html]
Zoekertjesnummer: m2239152668
Bekijk ook deze
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...