Rechte orgelpijpen produceren een helderder en krachtiger geluid omdat de luchtstroom optimaal is. Gebogen orgelpijpen hebben een zachter, warmer geluid door de kromming die de luchtstroom beïnvloedt. Beide typen hebben hun eigen unieke klank en worden vaak gecombineerd in orgels om een breed scala aan geluidseffecten te creëren.
Orgels worden gemaakt door eerst een soortgelijk ontwerp te maken, waarna de individuele pijpen uit materialen zoals tin of zink worden gesneden en gevormd. De pijpen worden vervolgens zorgvuldig afgestemd om de gewenste toon te produceren, en de openingsgrootte wordt aangepast afhankelijk van het type pijp en het geluid dat men probeert te bereiken.
Er zijn verschillende soorten orgelpijpen, waaronder fluiten, cornets, en messen. Elke soort pijp heeft zijn eigen karakteristieke geluid. Fluiten staan bekend om hun zachte en zoete tonen, terwijl cornets een voller en rijker geluid produceren. Messen, met hun scherpe klank, worden vaak gebruikt voor een dramatisch effect in de muziek.
De meeste orgelpijpen zijn gemaakt van metaal, zoals tin of een tin-zinklegering. Dit materiaal zorgt voor een goede geluidsweergave en duurzaamheid. Daarnaast zijn er ook houten orgelpijpen, die een warmer en voller geluid geven. Elk type materiaal draagt bij aan de unieke klankkleur van de pijpen.
Onderhoud van orgelpijpen omvat regelmatig schoonmaken om stof en vuil te verwijderen, controle op eventuele schade, en het afstellen van de tonen om ervoor te zorgen dat ze correct klinken. Dit kan betekenen dat er periodiek afstemming nodig is door een professional om de optimale klank te behouden.