Korhoenders komen voor in heidevelden, bossen en open gebieden. Ze hebben een voorkeur voor ruige graslanden en plekken met dichte vegetatie waar ze zich kunnen verstoppen.
De korhoen heeft een indrukwekkend verenkleed met een opvallende kuif. Het mannetje is vaak groter en heeft een meer kleurrijk verenkleed dan het vrouwtje, dat beter gecamoufleerd is met bruin en grijs.
Korhoenders leven vaak in kleine groepen, vaak een paar mannetjes en een aantal vrouwtjes. Vanwege hun sociale aard kunnen ze ook samenkomen tijdens het broedseizoen, maar ze zijn meestal territoriaal.
Korhoenders zijn omnivoren en voeden zich met zaden, bessen, bladeren en insecten. Tijdens de lente en zomer zoeken ze vooral naar proteïnerijke voeding om hun jongen groot te brengen.
De belangrijkste bedreigingen voor korhoenders zijn habitatverlies, predatie door andere dieren, en menselijke activiteiten zoals landbouw en verstedelijking, die hun leefgebied verkleinen.