Er zijn verschillende soorten wijnen uit de Bordeaux-regio, waaronder rode, witte en rosé wijnen. Rode wijnen zijn vaak blends van druiven zoals Merlot, Cabernet Sauvignon en Cabernet Franc. Witte wijnen worden voornamelijk gemaakt van Sauvignon Blanc, Sémillon en Muscadelle. Daarnaast zijn er ook dessertwijnen, zoals Sauternes, die bekend staan om hun zoetheid en complexiteit.
Bordeaux-wijnen gaan uitstekend samen met diverse gerechten. Rode Bordeaux-wijnen passen goed bij vleesgerechten zoals rundvlees of lam, evenals bij rijke kazen. Witte Bordeaux-wijnen zijn een geweldige combinatie met schaal- en schelpdieren, witvis of lichte pastagerechten. Als je voor een rosé kiest, dan is dit perfect bij salades en gegrilde groenten.
Bordeaux-wijnen zijn bijzonder vanwege hun complexe smaken en aromas die ontstaan door het unieke terroir van de regio. De combinatie van verschillende druivenvariëteiten en de specifieke productiemethoden zorgen voor een breed scala aan smaken, van fruitig en fris tot vol en aards. Bovendien hebben veel Bordeaux-wijnen een uitstekende verouderingspotentie, waardoor ze in de loop der jaren nog beter kunnen worden.
De productie van Bordeaux-wijn begint met de oogst van de druiven, meestal handmatig. Na de oogst worden de druiven geperst en ondergaan ze fermentatie, waarbij gist de suikers in de druiven omzet in alcohol. Dit proces kan enkele weken duren. Na de fermentatie komt de wijn in contact met eikenhouten vaten voor veroudering, wat smaak en diepte aan de wijn toevoegt. Na de rijping wordt de wijn gebotteld.
Een goede Bordeaux-wijn heeft een balans tussen zuur, tannine en fruit. Het aroma moet complex zijn, met tonen van rijp fruit, kruiden en vaak een hint van eiken. Bij het proeven zou de wijn een volle, maar soepele mondgevoel moeten hebben, met een lange afdronk die je aanmoedigt om meer te proeven. Kwaliteitswijnen hebben meestal ook een goede structuur en potentieel om te verouderen.