De basisprincipes van carambole biljart zijn vrij eenvoudig. Je speelt met drie ballen op een tafel zonder pockets. Het doel is om de speelbal te gebruiken om de andere twee ballen te raken en dit op een manier te doen dat je punten kunt scoren. Er zijn geen pockets waar je de ballen in moet schieten; in plaats daarvan gaat het om strategie en precisie.
In carambole wordt meestal gebruik gemaakt van drie biljartballen: één rode bal en twee witte ballen, waarvan één gemarkeerd is. Deze ballen zijn specifiek ontworpen voor dit speltype en onderscheiden zich door hun gewicht en grootte om een optimale speelervaring te bieden.
Het grootste verschil tussen carambole en bijvoorbeeld pool of snooker is het gebruik van de tafel zonder pockets. In carambole moet je de bal in de juiste positie brengen om de andere ballen te kunnen raken. Daarnaast zijn de regels en technieken verschillend, waardoor carambole een uniek spel is dat veel focus en vaardigheid vereist.
Om je carambole techniek te verbeteren, is het belangrijk om veel te oefenen. Probeer verschillende stoten en posities op de tafel, en let goed op je houding en grip. Het kan ook helpen om video's van ervaren spelers te bekijken en deel te nemen aan lokale wedstrijden of clubs waar je van anderen kunt leren.
De meest voorkomende foutieve stoten in carambole zijn onjuiste posities van de stoten, zoals het te vroeg of te laat raken van de bal. Dit kan leiden tot verkeerde hoeken en daardoor geen punten. Een andere veelgemaakte fout is het niet goed inschatten van de afstand tussen de ballen, wat invloed heeft op de kracht die je gebruikt bij de stoot.