Er zijn drie hoofdtypen jenever: Jonge jenever, Oude jenever en Flavoured jenever. Jonge jenever is fris en mild, terwijl Oude jenever een vollere smaak heeft door de lange rijping. Flavoured jenever heeft extra smaken door toevoegingen zoals fruit of kruiden, wat het een leuke variatie maakt voor verschillende gelegenheden.
Jenever drink je meestal gekoeld of op kamertemperatuur. Het wordt vaak geserveerd in een klein glaasje en soms met een schijfje citroen of een andere garnering. Het kan ook heerlijk zijn in een cocktail of gemixed met tonic, maar het puur genieten van de jenever laat je de complexe smaken optimaal proeven.
Jonge jenever heeft een lichter en frisser karakter, gemaakt met een hoger percentage neutrale alcohol. Oude jenever daarentegen heeft meer smaakdiepte, omdat het langer heeft gerijpt in houten vaten, wat ook de kleur iets donkerder maakt. Dit verschil in rijping en ingrediënten geeft beide stijlen hun unieke vertuigen.
Jenever wordt gemaakt van graan, meestal gerst of rogge, dat wordt gemout, vergist en gedistilleerd. Vervolgens worden jeneverbes en andere botanicals toegevoegd om het een unieke smaak te geven. Na distillatie laat men de jenever rusten om de smaken goed te ontwikkelen, wat essentieel is voor de uiteindelijke smaak.
Jenever heeft een rijke geschiedenis en is diep geworteld in de Belgische cultuur. Het wordt vaak gezien als een traditioneel drankje dat bij verschillende sociale gelegenheden geniet. De diversiteit aan smaken en stijlen van jenever maakt het ook aantrekkelijk voor veel mensen, waardoor het een onmiskenbaar populaire drank is in het land.