Bordeaux-wijnen staan bekend om hun complexiteit en balans. Ze hebben vaak een prachtige mix van fruitige, kruidige en aardse smaken. Ze zijn meestal vol, met stevige tannines en een goede zuurgraad, wat zorgt voor een lange afdronk. De stijl van de wijn kan variëren, afhankelijk van de regio binnen Bordeaux, maar over het algemeen vind je een rijke, elegante structuur die aantrekkelijk is voor veel wijnliefhebbers.
Een goede opslag is essentieel voor het behoud van de kwaliteit van Bordeaux-wijnen. Het is het beste om ze op een koele, donkere plaats te bewaren met een constante temperatuur, idealiter rond de 12-15 graden Celsius. Zorg ervoor dat de flessen horizontaal liggen zodat de kurk vochtig blijft, wat voorkomt dat er lucht in de fles komt. Vermijd sterke geuren, trillingen en directe blootstelling aan zonlicht.
De belangrijkste druivenvariëteiten die je in Bordeaux terugvindt zijn voornamelijk Cabernet Sauvignon, Merlot en Cabernet Franc. Cabernet Sauvignon geeft structuur en tannines, terwijl Merlot juist zorgt voor rijpe fruittonen en soepelheid. Cabernet Franc voegt vaak een kruidige en florale toets toe. Deze druiven worden vaak in verschillende verhoudingen gecombineerd in blends, wat typerend is voor Bordeaux-wijnen.
Wat Bordeaux-wijnen uniek maakt, is de combinatie van terroir en traditionele vinificatietechnieken. De diversiteit aan bodems en microklimaten in de Bordeaux-regio stelt wijnmakers in staat om wijnen van uitzonderlijke kwaliteit te produceren. Daarnaast spelen de lange geschiedenis en rijke traditie van wijnmaken in Bordeaux een grote rol in de uniciteit van deze wijnen. Ze zijn vaak een geweldige weergave van de regio en de gebruikte druiven.
In Bordeaux-wijnen komen vaak smaken voor als zwarte bes, pruim, kersen, en diverse specerijen zoals vanille en peper. Je kunt ook aardse tonen, zoals leer en tabak, tegenkomen, vooral in oudere wijnen. Bij witte Bordeaux-wijnen verwacht je vaak smaken van citrus, perzik en soms een subtiele hint van hout waarbij de wijn een romige textuur heeft.