De Wereldtentoonstelling van 1958 had als belangrijkste boodschap 'Een wereld, een toekomst'. Het evenement was bedoeld om landen samen te brengen en samenwerking te bevorderen. Het diende als platform voor technologische vooruitgang en culturele uitwisseling, wat leidde tot een groter begrip tussen de naties.
De tentoonstelling heeft België een boost gegeven op het gebied van internationalisering en modernisering. Het leidde tot de opbouw van iconische architectuur, zoals het Atomium, dat nog steeds een wereldwijd symbool van Brussel is. Ook zorgde het voor een hernieuwde trots op nationale prestaties en innovaties.
Tijdens de tentoonstelling waren er verschillende opmerkelijke paviljoens, waaronder het Belgische paviljoen, dat de technologische en culturele rijkdom van België tentoonstelde, en het paviljoen van de Verenigde Staten, dat veel aandacht trok met zijn futuristische ontwerp en discussie over de ruimtevaart. Daarnaast was er ook de 'expositie van het leven', die de evolutie van de mensheid afbeeldde.
Naast de tentoonstelling zelf waren er tal van evenementen, zoals muziekfestivals, dansvoorstellingen en culturele uitwisselingen. Deze evenementen hielpen om de sfeer van de tentoonstelling te verrijken en zorgden ervoor dat bezoekers ook buiten de paviljoens genoten van cultuur en entertainment.
De Wereldtentoonstelling droeg bij aan de ontwikkeling van Brussel door infrastructuur te verbeteren, zoals de transportverbindingen en voorzieningen voor bezoekers. Ook ontstonden er nieuwe sanitaire voorzieningen en hotels, wat het toerisme naar de stad stimuleerde en de lokale economie versterkte.