Bourgogne wijn is bijzonder vanwege zijn unieke terroir, dat de smaak en kwaliteit van de druiven beïnvloedt. De regio heeft een diverse bodem en een gematigd klimaat, wat bijdraagt aan de ontwikkeling van complexe smaken in de wijn. Bovendien zijn de wijnmakers in Bourgogne vaak zeer traditioneel en besteden ze veel aandacht aan de details van de wijnproductie, waardoor de wijnen vaak van hoge kwaliteit zijn.
De veroudering van Bourgogne wijn hangt af van het type wijn en de kwaliteit ervan. Over het algemeen kunnen veel rode Bourgogne wijnen tussen de 5 en 15 jaar mooi verouderen. Sommige gerenommeerde Bourgogne's kunnen zelfs nog langer meegaan, tot wel 20 jaar of meer. Witte Bourgogne wijnen hebben vaak een kortere verouderingspotentie, maar goede exemplaren kunnen ook enkele jaren in de fles liggen.
Er zijn voornamelijk twee soorten Bourgogne wijnen: rode en witte wijnen. Rode Bourgogne wordt meestal gemaakt van Pinot Noir, terwijl witte Bourgogne voornamelijk van Chardonnay wordt gemaakt. Naast deze twee hoofdcategorieën zijn er ook rosé's en mousserende wijnen zoals Crémant de Bourgogne, die ook vanuit deze regio komen.
Bourgogne wijnen zijn veelzijdig in combinatie met eten. Rode Bourgogne past goed bij gerechten zoals gebraden kip, eend of licht gekruide schotels. Witte Bourgogne, met zijn frisheid en complexiteit, gaat heerlijk samen met visgerechten, zeevruchten en romige sauzen. Het is belangrijk om te zorgen dat de wijn de smaken van het gerecht aanvult en niet overweldigt.
Een goede Bourgogne wijn herken je vaak aan de complexiteit en balans in de smaak. Let op de geur en proeven van lagen van fruit, kruiden en aardse tonen. Ook de structuur en het mondgevoel zijn belangrijk; de wijn moet soepel zijn met een goede aciditeit. Daarnaast kan de lengte van de afdronk, of hoe lang de smaak aanhoudt na het proeven, een indicator zijn van de kwaliteit.