Egels hebben een kenmerkende ronde vorm en een stekelige rug. Ze zijn meestal klein en kunnen zich opvouwen tot een bal als ze zich bedreigd voelen. Kijk vooral in de schemering of 's nachts, want dan zijn ze het meest actief. Als je ze regelmatig in je tuin ziet snuffelen, dan weet je dat je een egel hebt.
Egels zijn insecteneters en genieten van een dieet dat bestaat uit slakken, kevers, insecten en soms zelfs fruit. Je kunt ze helpen door speciaal egelvoer of hondenvoer buiten te zetten, maar zorg ervoor dat ze altijd toegang hebben tot vers water. Laat op warme dagen een klein bakje water staan, want egels kunnen snel uitdrogen.
Egels gedijen goed in tuinen waar voldoende schuilplaatsen zijn. Zorg voor een gemengde beplanting met struiken, takkenhopen en een ongerepte hoek voor natuur. Een schuilplek onder een struik of een stapel bladeren kan hen ook helpen zich veilig te voelen.
Egels zijn eigenlijk nuttige inwoners van je tuin en veroorzaken geen schade aan planten. In feite helpen ze zelfs door schadelijke insecten onder controle te houden. Door een biodiversiteit aan planten en bloemen aan te leggen, trek je niet alleen egels aan maar ook andere nuttige dieren.
Wanneer je aan het tuinieren bent, zorg ervoor dat je geen onnodige schade toebrengt aan de schuilplaatsen van egels. Maak gebruik van een spade om voorzichtig te graven en kijk goed rond voordat je begint. Als je takken of bladafval verwijdert, laat dan wat achter in een hoek van je tuin als schuilplek voor egels.