Je kunt brandhout vinden via lokale advertenties, sociale media of zelfs bij de buren. Soms worden er bomen gekapt of wordt er snoeiafval aangeboden dat perfect kan dienen als brandhout. Vergeet niet om altijd netjes te vragen en de afspraken goed vast te leggen.
Zorg ervoor dat je brandhout op een droge plek ophoogt, zodat het goed kan ventileren. Een plek uit de wind en direct zonlicht is ideaal. Bedek de bovenkant van je houtstapel met een zeil, maar laat de zijkanten open voor luchtcirculatie. Dit helpt om het hout droog te houden.
Goed brandhout is droog en wordt vaak gekenmerkt door een lichte kleur en een duidelijke, doffe klank wanneer je twee stukken tegen elkaar slaat. Je kunt ook de schors controleren; als deze gemakkelijk loskomt, is het hout meestal goed om te branden. Gebruik een vochtmeter voor de meest nauwkeurige meting.
Hardhout zoals eik, beuk of esdoorn brandt langdurig en produceert veel warmte, terwijl zachthout zoals den of spar sneller brandt en minder tijd nodig heeft om te drogen. Voor een open haard zijn hardhoutsoorten ideaal, maar voor een campvuur kan zachthout prima zijn voor snelle warmte.
Je kunt zelf brandhout maken door takken en omgevallen bomen te zagen. Zorg ervoor dat je een goede zaag en gereedschap hebt, en vergeet niet om veilig te werken. Laat het hout daarna goed drogen voordat je het gaat gebruiken, dit kan enkele maanden duren.