De bassdrum bestaat uit een aantal belangrijke onderdelen: de trommel zelf, de voor- en achterkant (ook wel resonantie- en slagvel genoemd), de spur (of poten), en de klopper. De klopper is wat je gebruikt om de bassdrum aan te slaan, en dit kan variëren in materiaal en vorm om verschillende klanken te creëren.
Om je bassdrum goed te onderhouden, is het belangrijk om regelmatig de vellen te controleren op slijtage en spanning. Zorg ervoor dat ze goed gestemd zijn voor de beste klank. Daarnaast kun je de buitenkant van de bassdrum schoonhouden met een zachte doek en wat water, en zorg ervoor dat de klopper en de spur goed werken en niet vastlopen.
Voor de bassdrum zijn er verschillende soorten stokken die je kunt gebruiken, variërend van rubberen kloppers tot houten kloppers. Rubber geeft een zachtere klank, terwijl houten kloppers meer aanval en punch geven. De keuze hangt af van het geluid dat je wilt bereiken en je eigen speelstijl.
De klank van je bassdrum kan je aanpassen door verschillende vellen te gebruiken en door demping toe te voegen. Experimenteren met hoe je de vellen spant en welke dempmiddelen je gebruikt, zoals dempingsringen of schuim, kan een groot verschil maken. Daarnaast kan de positie van de bassdrum in de ruimte ook invloed hebben op de klank.
Een open bassdrum heeft doorgaans geen gat in het voorste vel, waardoor het meer resonantie en diepte heeft. Dit kan ideaal zijn voor live-optredens. Een gesloten bassdrum daarentegen heeft een gat, wat de klank meer gefocust en minder enthousiast maakt, wat handig kan zijn voor opnames.