De rijkswacht, opgericht in de 19e eeuw, speelde een cruciale rol in de Belgische geschiedenis. Het was aanvankelijk bedoeld om orde en veiligheid te waarborgen, vooral in landelijke gebieden waar de lokale politie mogelijk niet voldoende aanwezig was. In verschillende periodes heeft de rijkswacht ook ingezet op nationale veiligheid, vooral tijdens periodes van politieke onrust.
De rijkswacht had diverse taken, waaronder het handhaven van de openbare orde, het bestrijden van criminaliteit en het bieden van ondersteuning aan lokale politiediensten. Ook was het verantwoordelijk voor grensbewaking en het uitvoeren van operaties tegen georganiseerde misdaad, wat een belangrijke taak was in die tijd.
Door zijn landelijke aanwezigheid en militaire structuur was de rijkswacht in staat om snel te reageren op incidenten en om grote evenementen te beveiligen. Dit zorgde voor een gevoel van veiligheid binnen de bevolking. Bovendien werkte de rijkswacht samen met lokale gemeenschappen, wat bijdroeg aan het vertrouwen tussen de politie en de burgers.
De belangrijkste verschillen tussen de rijkswacht en andere politiediensten liggen in hun structuur en verantwoordelijkheden. De rijkswacht had een meer militaire organisatie, terwijl lokale politiediensten meer gericht waren op gemeenschapsveiligheid. Dit leidde tot verschillen in aanpak en reactietijden, afhankelijk van de situatie.
De ontbinding van de rijkswacht in de jaren '90 had een aanzienlijke impact op het politiewerk in België. Het leidde tot de integratie van zijn taken binnen de federale politie, wat zowel gevolgen had voor de organisatie als voor de manier waarop politietaken werden uitgevoerd. Dit zorgde voor een modernisering van de politie in België en een betere coördinatie van politietaken.