Een stoomkoker werkt door water aan de kook te brengen en stoom te creëren. Die stoom wordt dan gebruikt om de ingrediënten te garen. De ingrediënten liggen in een mandje boven het water, zodat ze niet ondergedompeld worden, maar wel de stoom kunnen opnemen. Dit zorgt ervoor dat je voedsel gelijkmatig en gezond wordt bereid zonder in contact te komen met het kookwater.
Stomen heeft verschillende voordelen ten opzichte van koken. Ten eerste blijven de voedingsstoffen beter behouden, omdat je het voedsel niet in water kookt. Daarnaast is de smaak vaak intenser omdat er geen water bij komt. Stomen is ook een gezondere manier van bereiden, omdat je geen vet of olie hoeft toe te voegen. Bovendien is het een efficiënte manier om meerdere gerechten tegelijk te bereiden, vooral als je een stoomkoker met verschillende lagen hebt.
Ja, je kunt diepvroren groenten stomen in een stoomkoker. Dit is een van de voordelen van stoomkoken, omdat het zelfs mogelijk is om bevroren groenten te bereiden zonder ze eerst te ontdooien. Het is een handige optie als je snel een gezonde maaltijd wilt bereiden. De stoom kookt de groenten gelijkmatig, zodat ze hun textuur en voedingsstoffen behouden.
Het is belangrijk om je stoomkoker regelmatig schoon te maken om schimmel en geurtjes te voorkomen. Na elk gebruik kun je de mandjes en het waterreservoir het beste even afspoelen met warm water en afwasmiddel. Afhankelijk van hoe vaak je de stoomkoker gebruikt, kan het verstandig zijn om hem eens in de paar weken grondiger schoon te maken, inclusief het ontkalken als je in een gebied woont met hard water.
Het grootste verschil tussen een stoomkoker en een traditioneel fornuis is de bereidingsmethode. Een stoomkoker maakt gebruik van stoom om voedsel te garen, terwijl een fornuis meestal vet of water gebruikt. Dit resulteert in een gezondere bereiding zonder de toevoeging van vetten. Daarnaast is de stoomkoker vaak meer geschikt voor het gelijktijdig bereiden van verschillende gerechten, terwijl je op een fornuis elk gerecht apart moet bereiden.