Er zijn verschillende soorten wijnflessen, afhankelijk van de wijn en de regio waar deze vandaan komt. De meest voorkomende zijn de standaard 750 ml flessen, maar je hebt ook grotere flessen zoals de magnum (1.5 liter) en zelfs nog grotere versies zoals Jeroboam en Methusalem. Elke fles heeft vaak zijn eigen stijl die de wijnervaring kan beïnvloeden.
Wijn in een fles kan variëren in houdbaarheid, afhankelijk van het type wijn. Over het algemeen kun je jonge wijnen het beste binnen enkele jaren drinken, terwijl sommige rode wijnen, zoals Bordeaux of Barolo, zich jarenlang kunnen ontwikkelen in de fles. Zorg ervoor dat je wijn op een koele, donkere plaats opslaat, met de fles liggend als het een kurk heeft.
Een normale wijnfles bevat meestal 750 ml, terwijl een magnum het dubbele is, namelijk 1.5 liter. Het belangrijkste verschil is niet alleen de hoeveelheid wijn, maar ook dat magnums vaak een betere rijping bevorderen omdat ze langzamer oxideren. Dit kan de smaak en de complexiteit van de wijn positief beïnvloeden.
De kleur van de wijnfles, donker of licht, heeft een speciaal doel. Donkere flessen beschermen de wijn beter tegen schadelijk licht, wat de kwaliteit en smaak van de wijn kan beïnvloeden. Het gebruik van donkere flessen is vooral belangrijk voor wijnen die langer rijpen, zoals rode wijnen, terwijl witte wijnen vaak in lichtere flessen worden aangeboden.
Etiketten op wijnflessen zijn een rijke bron van informatie. Ze bevatten meestal het type wijn, het druivenras, het jaar van productie en soms de oorsprong. Let op termen zoals 'Appellation' en 'Cru', die vaak de kwaliteit kunnen aangeven. Als je vaker wijn koopt, leer dan wat deze termen betekenen om betere keuzes te maken.