Een goede barista heeft verschillende vaardigheden. Naast het kunnen bereiden van koffie, is het belangrijk dat ze kennis hebben van verschillende koffiebonen en de oorsprong daarvan. Daarnaast is het hebben van goede klantcommunicatie en sociale vaardigheden cruciaal, omdat ze vaak met klanten praten en een gezellige sfeer willen creëren. Technische vaardigheden, zoals het werken met koffiezetapparaten en het maken van latte art, zijn ook essentieel.
Een barista begint meestal met het malen van de koffiebonen tot de gewenste maling, afhankelijk van de zetmethode. Voor espresso gebruik je een fijne maling, terwijl je voor filterkoffie een grovere maling gebruikt. Vervolgens wordt de gemalen koffie aangedrukt in de filterdrager voor espresso of in een filter voor andere methodes. Daarna wordt water verwarmd tot de juiste temperatuur en door de koffie geperst of erdoorheen gegoten, afhankelijk van de koffiezetmethode.
Espresso is een vorm van koffie die wordt bereid door heet water onder hoge druk door zeer fijn gemalen koffie te persen. Het resultaat is een sterke, geconcentreerde koffie met een rijke smaak en een laagje crema bovenop. Gewone koffie, zoals filterkoffie, wordt daarentegen gezet door water over gemalen koffie te gieten, wat resulteert in een mildere smaak en een grotere hoeveelheid koffie per kop. Het belangrijkste verschil zit in de bereidingsmethode en de sterkte.
Bij het kiezen van koffiebonen is het belangrijk om rekening te houden met de zetmethode die je gaat gebruiken. Voor espresso heb je vaak lichte tot medium gebrande bonen nodig die een volle smaak bieden. Voor filterkoffie kun je variëren van lichte tot donkere brandingen, afhankelijk van je voorkeur. Het is ook handig om de oorsprong van de bonen te overwegen; bonen uit verschillende regio's hebben unieke smaken en aroma's. Experimenteren met verschillende soorten en brandingen kan leiden tot het perfecte kopje koffie.
Voor het perfect schuimen van melk is het belangrijk om volle melk te gebruiken, omdat deze meer vet bevat en daardoor beter schuimt. Zorg ervoor dat je de melk in een koud steelpannetje giet en gebruik een stoompijpje of een melkopschuimer. Begin met het opschuimen van de melk met de stoompijp net onder het oppervlak, zodat er lucht in de melk komt. Beweeg het stoompijpje vervolgens iets dieper en draai het pannetje in een cirkelbeweging om een gladde textuur te creëren. Het resultaat moet fluweelachtig en romig zijn!