De belangrijkste stappen bij het aanbrengen van chape zijn als volgt: begin met het voorbereiden van de ondergrond. Zorg ervoor dat deze schoon, vlak en droog is. Vervolgens stel je een mengverhouding op van cement, zand en water. Meng deze ingrediënten goed door elkaar en breng de chape aan met een spaan of een trottoirdoek. Maak de oppervlakte glad en zorg voor een gelijkmatige dikte. Laat de chape daarna drogen, afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Je moet meestal rekening houden met een uithardingstijd van ongeveer 28 dagen voor chape, maar na 24 uur kun je voorzichtig over de chape lopen. Dit is een belangrijke fase, want het is goed om de chape tijdens deze periode vochtig te houden om scheuren te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld door het regelmatig nat te sproeien.
Ja, je kunt chape zowel binnen als buiten gebruiken. Voor buitengebruik is het wel aan te raden om te kiezen voor speciale mengsels die beter bestand zijn tegen weersinvloeden. Binnen is chape meestal goed te combineren met vloerverwarming. Hier is het belangrijk om de vijf centimeter richtlijn in acht te nemen.
Voor het correct aanbrengen van chape heb je verschillende gereedschappen nodig. Denk aan een speciekuip of betonmolen voor het mengen, een spaan om de chape gelijkmatig aan te brengen, een waterpas om de vlakheid te controleren, en eventueel een trilplaat als je met grotere oppervlakken werkt. Vergeet ook de gereedschappen niet om de chape tot een mooi en glad oppervlak te werken.
Om te voorkomen dat je chape scheuren vertoont, is het belangrijk om een goede mengverhouding en kwaliteitsmaterialen te gebruiken. Zorg ook voor een geschikte ondergrond en vermijd dat de chape te snel opdroogt. Houd de chape vochtig tijdens de eerste weken na het aanbrengen. Dit vermindert de kans op scheurvorming aanzienlijk en verlengt de levensduur van je vloer.