Een unmanaged switch biedt geen configuratiemogelijkheden; je sluit het gewoon aan en het werkt. Een managed switch daarentegen, geeft je de mogelijkheid om alles te configureren, zoals VLAN's en bandbreedtebeheer. Dit is handig voor als je meer controle wilt over je netwerkverkeer.
Voor de meeste thuisnetwerken is een switch met 5 tot 8 poorten voldoende. Als je meer apparaten hebt, zoals computers, printers en smart devices, kan een switch met 16 of meer poorten nuttig zijn. Denk ook aan de mogelijkheid om in de toekomst meer apparaten toe te voegen.
Het installeren van een switch is meestal vrij eenvoudig. Je hoeft alleen maar de switch aan te sluiten op een voedingsbron en de netwerkkabels te verbinden met de apparaten die je wilt aansluiten. In de meeste gevallen zal de switch automatisch beginnen te werken zonder dat je complexere instellingen hoeft te doen.
Een switch vergroot de capaciteit van je netwerk door meerdere apparaten met elkaar te verbinden. Hierdoor kunnen ze tegelijkertijd gegevens verzenden en ontvangen, wat de algehele netwerkprestaties verbetert. Het kan ook helpen om de beschikbare bandbreedte efficiënt te verdelen tussen de apparaten.
Bij het kiezen van een switch, kijk naar het aantal poorten dat je nodig hebt, hoe je je netwerk wilt beheren, en of je extra functies zoals PoE (Power over Ethernet) nodig hebt. Ook de snelheid van de switch is belangrijk; zorg ervoor dat deze compatibel is met de andere apparaten in je netwerk.