Ravels Bolero staat bekend om zijn repetitieve structuur en de opbouw van de orkestrale klanken. Het begint met een eenvoudige, ingetogen melodie die gaandeweg steeds intenser wordt. Dit leidt tot een dramatische climax waarbij verschillende instrumenten om de beurt de melodie spelen, wat zorgt voor een dynamische en meeslepende luisterervaring.
Ravel componeerde Bolero in 1928 als een ballet voor een dansvoorstelling. Het idee ontstond uit de inspirerende ritmes die hij hoorde tijdens zijn reizen en de eenheid van de muzikale structuur gaf hem de mogelijkheid om te experimenteren met orkestrale kleuring zonder een typisch verhaal of thema te volgen.
Bolero is populair bij orkesten omdat het een uitstekende gelegenheid biedt om de volledige diepte van de orkestrale klank te tonen. De crescendo en de verschillende instrumentgroepveranderingen maken het een fascinerend stuk voor zowel muzikanten als voor het publiek, waardoor het altijd een spannende ervaring is om live te horen.
Bolero heeft invloed gehad op verschillende muziekstijlen, waaronder de jazz en populaire muziek. De repetitieve ritmische structuur en de opbouw hebben talloze artiesten geïnspireerd om vergelijkbare technieken in hun eigen composities toe te passen. Het heeft bijvoorbeeld zijn weg gevonden in moderne dansmuziek en filmmuziek.
Wat Bolero uniek maakt, is de combinatie van eenvoud en grootsheid. De muziek begint heel zacht en groeit voortdurend naar een overweldigend orgasme van geluid, wat ongebruikelijk is in klassieke muziek. Daarnaast is de structuur van het stuk zo ingenieus dat het je meeneemt op een reis zonder ooit van thema te veranderen.