Er zijn veel verschillende thema's die je in stripverhalen kunt tegenkomen. Enkele populaire zijn avontuur, fantasy, misdaad en romantiek. Vaak zie je dat stripauteurs hun verhalen combineren met humor en maatschappelijke thema's, wat de verhalen toegankelijk maakt voor een breed publiek. Verhalen kunnen zich afspelen in fantastische werelden met superhelden of zelfs in realistische settings die een commentaar geven op de maatschappij.
Stripverhalen zijn enorm geëvolueerd vanaf hun begin in de vroege 20e eeuw. In het begin waren strips vaak kort en simpel, maar later zijn ze complexer geworden met gelaagdere plotlijnen en diepere karakterontwikkeling. De introductie van graphic novels heeft ook bijgedragen aan deze evolutie, waardoor stripverhalen niet alleen meer voor kinderen zijn, maar ook voor volwassenen echt interessante verhalen kunnen aanbieden.
Het lezen van stripverhalen heeft verschillende voordelen. Ze kunnen je helpen om (visuele) geletterdheid te ontwikkelen, omdat je leert om beelden en tekst met elkaar te verbinden. Ook stimuleren ze de fantasie en creatieve denkprocessen. Daarnaast zijn stripverhalen vaak toegankelijker voor mensen die moeite hebben met lezen, wat hen kan aanmoedigen om meer te lezen en zich onder te dompelen in verhalen.
In stripverhalen kom je verschillende stijlen van illustratie tegen. Enkele veelvoorkomende stijlen zijn cartoonachtig, realistisch, minimalistisch, en zelfs abstract. De stijl kan de toon van het verhaal enorm beïnvloeden. Een luchtige, kleurrijke stijl kan een humoristisch verhaal ondersteunen, terwijl een donkere en gestructureerde stijl een serieuzere of grimmige verhaallijn kan uitstralen.
Bekende Belgische striptekenaars zijn onder andere Hergé, de geestelijke vader van Kuifje, en zijn tijdgenoot Morris, die Lucky Luke creëerde. Ook zijn er hedendaagse tekenaars zoals Philippe Geluck, bekend van de strip 'De Kat', en Stijn De Paepe, die met zijn werk een nieuwe generatie lezers weet te bereiken.