Enkele van de meest geliefde sprookjes van Hans Christian Andersen zijn "De kleine Zeemeermin", "Het lelijke jonge Eendje" en "De Sneeuwkoningin". Elk verhaal heeft zijn eigen unieke boodschap en charme, waardoor ze generaties lang zijn doorgegeven en voor veel lezers herkenbaar zijn.
De sprookjes van Andersen zijn tijdloos omdat ze universele thema's als liefde, opoffering en de zoektocht naar identiteit behandelen. Ze bevatten ook een vleugje magie en fantasie die de verbeelding van lezers aanspreekt, of ze nu jong of oud zijn.
Veel verhalen van Andersen behandelen thema's zoals sociale ongelijkheid, de strijd tussen goed en kwaad, en het belang van innerlijke schoonheid. Deze thema's resoneren nog steeds, wat zorgt voor hun blijvende aantrekkingskracht.
Andersen's schrijfstijl is poëtisch en rijk aan beschrijvingen, vaak met een melancholische ondertoon. Hij weet emoties en beelden zo te combineren dat de lezer zich helemaal in de wereld van het verhaal kan inleven.
Wat de fabels van Andersen uniek maakt, is de combinatie van een morele boodschap met fantasie. In tegenstelling tot vele andere fabels, zijn de personages vaak diepgaand en de verhalen bevatten niet alleen een les, maar ook een reflectie op de menselijke conditie.