De belangrijkste bronnen van verbintenissenrecht zijn de wet, de overeenkomst en de rechterlijke uitspraken. De wet biedt de basisregels die van toepassing zijn op verbintenissen, zoals de regels omtrent schadevergoeding en aansprakelijkheid. Overeenkomsten tussen partijen leggen specifieke afspraken vast. Daarnaast kunnen rechterlijke uitspraken helpen bij het interpreteren van de wet en het oplossen van geschillen.
Een verbintenis wordt vaak tot stand gebracht door een overeenkomst. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een aanbod en aanvaarding. Als jij een aanbod doet en de andere partij accepteert dit, dan is er sprake van een verbintenis. Het is belangrijk dat beide partijen het eens zijn over de inhoud van de verbintenis voor het rechtsgeldig is.
De rechter speelt een belangrijke rol in het verbintenissenrecht, vooral als er geschillen ontstaan tussen partijen. Als een partij een verbintenis niet naleeft, kan de andere partij de rechter inschakelen om nakoming te eisen of schadevergoeding te vorderen. De rechter helpt bij het vaststellen van de feiten en kan zorgen voor een eerlijke oplossing op basis van de wet en de gemaakte afspraken.
Als je een verbintenis niet nakomt, kunnen daar verschillende gevolgen aan verbonden zijn. De andere partij kan bijvoorbeeld schadevergoeding eisen wegens het niet voldoen aan de afspraken. Daarnaast kan de schuldige partij ook verplicht worden de verbintenis alsnog na te komen. In sommige gevallen kan er zelfs sprake zijn van een opzegging van de overeenkomst, waardoor beide partijen weer vrij zijn van verplichtingen.
Het verbintenissenrecht in België en Nederland vertoont overeenkomsten, maar er zijn ook belangrijke verschillen. In België is het Burgerlijk Wetboek meer gedetailleerd en specifiek, terwijl in Nederland meer ruimte is voor rechtsvorming door de praktijk. Ook kan de invulling van begrippen zoals 'goede trouw' en 'redelijkheid' verschillen, wat effect kan hebben op geschillen en normen in de praktijk.