Newton heeft onder andere de calculus ontwikkeld, wat een essentieel onderdeel van de wiskunde is geworden. Zijn werk vanwege de hogere wiskunde hielp niet alleen in de natuurkunde, maar vond ook toepassing in economie, biologie en meer. Door deze ontwikkelingen kunnen we nu complexe problemen wiskundig analyseren en oplossen.
Newtons werk is grundlegend voor de natuurkunde omdat hij de basis legde voor de klassieke mechanica. De wetten die hij formuleerde over beweging en kracht zijn nog steeds van toepassing op de meeste dagelijkse situaties. Dankzij zijn ontdekkingen kunnen wetenschappers nauwkeuriger voorspellingen doen over de fysieke wereld om ons heen.
Door zijn studie naar graviteit en de beweging van planeten heeft Newton de koers van de astronomie veranderd. Hij legde de basis voor de moderne astronomie door zijn idee te introduceren dat de aarde en de hemel onder dezelfde natuurwetten vallen. Dit hielp bij het begrijpen van de banen van hemellichamen en leidde tot de ontwikkeling van astronautiek.
Het belangrijkste verschil tussen klassieke en moderne natuurkunde is dat klassieke natuurkunde, zoals geformuleerd door Newton, zich richt op de wetten van beweging en materie zoals we die kennen in onze dagelijkse wereld. Moderne natuurkunde, daarentegen, omvat meer complexe theorieën zoals relativiteit en quantummechanica die zich bezighouden met extremen die niet door Newtons wetten kunnen worden verklaard.
De impact van Newtons ontdekkingen is nog steeds zichtbaar in ons dagelijks leven. Van de manier waarop we voertuigen ontwerpen tot onze begrip van de ruimtevaart en zelfs de manier waarop we technologie begrijpen. Zijn principes worden nog steeds onderwezen in scholen en vormen de basis voor wetenschappers die de grenzen van kennis blijven verleggen.