De belangrijkste redenen voor de kruisvaarders om op kruistocht te gaan, waren religie, avontuurlijkheid en politiek. Veel kruisvaarders zagen het als hun heilige plicht om het Heilige Land te heroveren op de islamitische heersers. Naast religieuze motieven waren er ook avontuurlijke geest en de mogelijkheid om rijkdom en land te verwerven, wat aantrekkelijk was voor vele ridders.
De leefomstandigheden voor kruisvaarders tijdens hun campagnes waren vaak zwaar en onvoorspelbaar. In de vroege kruistochten moesten ze lange afstanden te voet of op paard afleggen door moeilijk terrein, met beperkte aanvoer van voedsel en water. Geweldige ziekten zoals pest of dysenterie waren ook een constante bedreiging. Bovendien moesten ze steeds rekening houden met vijandelijke troepen en onbetrouwbare bondgenoten.
De rol van de paus tijdens de kruistochten was cruciaal. De paus was degene die de kruistochten initieerde en aanmoedigde, en hij gaf geestelijke zeggers aan de kruisvaarders. De paus viste naar de steun van de Europese monarchen en ridders, en gebruikte de kruistochten om zijn autoriteit te versterken binnen de Katholieke Kerk.
De kruistochten hadden een aanzienlijke impact op de Europese samenleving. Ze leidden tot een grotere uitwisseling tussen de verschillende culturen en stimuleerden de handel tussen het oosten en westen. De kruisvaarders brachten verschillende producten, zoals specerijen en zijde, terug naar Europa, wat bijdroeg aan de economische groei. Daarnaast gaven ze aanleiding tot een nieuw gevoel van nationale identiteit en militarisme in Europa.
Vrouwen werden op verschillende manieren beïnvloed door de kruistochten. Veel vrouwen moesten taken overnemen van hun mannen die naar oorlog gingen, zoals het beheren van boerderijen en het zorgen voor kinderen. In sommige gevallen kregen vrouwen meer invloed en eigendomsrechten, maar de meeste lagen in een sociaal systeem waarin hun rol steeds afhankelijk was van de mannen in hun leven. Sommige vrouwen volgden zelfs de kruisvaarders en hielpen als verpleegster of in andere ondersteunende rollen.