Belgische strips staan bekend om hun gedetailleerde tekenstijl en verhalende diepgang. Ze combineren vaak humor met een vleugje avontuur, en zijn herkenbaar aan hun sterke karakterontwikkeling en visuele aantrekkingskracht. Typische voorbeelden zijn de gebruik van levendige kleuren en creatief gebruik van panelen.
De oorsprong van de strips in België gaat terug tot het begin van de 20e eeuw, met het verschijnen van kaarten en advertenties. In de jaren '30 werd het echt populair met de introductie van personages zoals TinTin. Deze strips werden steeds serieuzer en gingen vaak maatschappelijke thema's en avontuur combineren.
Binnen de stripverhalen zijn er verschillende genres populair, waaronder avontuur, fantasy, en humor. Sommige strips zijn gericht op een jong publiek, terwijl andere ook diepere, volwassen thema's verkennen. Mischien zie je bijvoorbeeld superhero strips, maar vaak zijn de Belgische strips meer gericht op avontuur en sociale thema's.
Enkele beroemde Belgische striptekenaars zijn Hergé, de creator van Tintin, en Maurice Tillieux, bekend van Gil Jourdan. Ook tekenaars zoals André Franquin en Peyo (de Smurfen) worden vaak genoemd als invloedrijke figuren in de stripwereld.
Het lezen van strips is uniek doordat ze een combinatie van tekst en beeld bieden die storytelling een andere dimensie geeft. De visuele elementen versterken de emoties en acties van de personages. Bovendien kunnen strips snel en gemakkelijk gelezen worden, wat ze toegankelijk maakt voor een breed publiek.