Jung introduceerde verschillende concepten zoals het collectieve onbewuste, archetypes en individuation. Het collectieve onbewuste bevat kennis en ervaringen die gemeenschappelijk zijn voor de mensheid, terwijl archetypes als universele symbolen fungeren die ons gedrag en onze ervaringen beïnvloeden. Individuation is het proces waarbij je meer jezelf wordt door zowel bewuste als onbewuste elementen te integreren.
Jung's benadering van psychotherapie, bekend als analytische psychologie, legt de nadruk op de relatie tussen de therapeut en de cliënt, en ziet dromen, mythen en symbolen als sleutel tot begrip. In tegenstelling tot andere methoden, zoals de cognitieve gedragstherapie, focust Jung op de diepere, onbewuste lagen van de psyche en hoe deze invloed uitoefenen op ons gedrag.
Archetypes zijn volgens Jung universele, oeroude beelden en thema's die in het collectieve onbewuste bestaan. Voorbeelden van archetypes zijn de 'held', de 'moeder' en de 'wijze oude man'. Deze symbolen helpen ons om persoonlijke ervaringen te begrijpen en geven een context voor ons gedrag en onze dromen, waardoor ze essentieel zijn voor psychologisch inzicht.
Jung heeft de moderne psychologie sterk beïnvloed door zijn ideeën over het onbewuste, persoonlijkheidstypen en de rol van spiritualiteit. Zijn werk heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van verschillende stromingen binnen de psychologie, zoals humanistische psychologie en transpersoonlijke psychologie, en zijn concepten worden nu veel gebruikt in therapie en zelfontwikkeling.
Dromen spelen een cruciale rol in Jung's werk omdat hij ze zag als een directe weg naar het onbewuste. Hij geloofde dat dromen niet alleen een spiegel zijn van onze dagelijkse zorgen, maar ook belangrijke boodschappen bevatten over onze psychologische toestand. Door dromen te analyseren, kunnen we belangrijke inzichten verwerven over onszelf en het proces van individuation verder bevorderen.