Het verschil tussen 'beun' en 'beunhaas' zit hem in de connotatie. 'Beun' verwijst meer naar de actie of het proces van het klussen of werken zonder de juiste kwalificaties. 'Beunhaas' daarentegen is vaak een persoon die deze werkzaamheden verricht en vaak met een negatieve bijklank, namelijk iemand die niet goed werk levert.
In de volksmond wordt 'beun' vaak gebruikt wanneer mensen het hebben over klussen of werk uitvoeren zonder professionele kwalificaties. Bijvoorbeeld, als iemand zegt dat ze hebben 'gebeund' aan een project, kan dat betekenen dat ze het zelf hebben geprobeerd zonder veel ervaring. Het draagt vaak een luchtige of humoristische toon in gesprekken.
De term 'beun' komt waarschijnlijk van het Duitse 'beuen', wat zoiets als 'rommelen' of 'werken zonder veel kennis' betekent. Het heeft in de loop der jaren zijn weg gevonden naar de Nederlandse taal, waar het een specifieke betekenis heeft gekregen die verband houdt met ongeorganiseerd of amateuristisch werken.
Je zou 'beunen' kunnen gebruiken in een situatie waarin je iemand ziet klussen in de tuin zonder daar echt veel verstand van te hebben. Ook wanneer je samen met vrienden probeert iets in elkaar te zetten zonder de gebruiksaanwijzing te lezen, zou je kunnen zeggen dat jullie aan het beunen zijn. Ook in creatieve projecten, zoals het schilderen van je muur zonder te zorgen voor de juiste techniek, zou dit kunnen gelden.
'Beunen' wordt vaak met een negatieve bijklank gebruikt, vooral als het gaat om klussen of werk dat niet goed is uitgevoerd. Echter, in andere contexten kan het ook als een luchtige en onbezorgde manier van werken worden gezien. Het hangt sterk af van de situatie en het perspectief van de spreker: sommige mensen beschouwen het als een teken van creativiteit, terwijl anderen het als een gebrek aan professionaliteit beschouwen.