Een BE-combinatie bestaat uit een trekauto met een aanhanger, waarbij de aanhanger een maximumgewicht van 3.500 kilogram mag hebben. Het belangrijkste verschil met een gewone aanhanger is dat je voor een BE-combinatie een specifiek rijbewijs nodig hebt, terwijl een gewone aanhanger vaak met een B-rijbewijs kan worden bestuurd, afhankelijk van het gewicht. De BE-combinatie is dus zwaarder en vereist meer ervaring van de bestuurder.
Om met een BE-combinatie te rijden, heb je een geldig BE-rijbewijs nodig, evenals een kentekenbewijs van zowel de auto als de aanhanger. Daarnaast is het belangrijk om te zorgen voor een geldige verzekeringspolis. In sommige gevallen kan het ook nodig zijn om een keuringsbewijs voor de aanhanger te hebben, vooral als deze een bepaalde leeftijd heeft.
Bij het rijden met een BE-combinatie zijn er enkele belangrijke regels waar je op moet letten. Denk aan snelheidsbeperkingen, die meestal lager zijn dan voor gewone auto's. Op autosnelwegen mag je meestal maximaal 90 km/u rijden, en op andere wegen is dit vaak 80 km/u. Verder moet je zorgen dat de aanhanger goed is beladen en dat je de lading goed hebt vastgezet, zodat deze niet kan verschuiven tijdens het rijden.
Met een BE-combinatie kun je in de meeste gevallen op campings en festivals parkeren, zolang je je aan de parkregels houdt. Het is echter altijd verstandig om van tevoren contact op te nemen met de camping of de organisatie van het festival om te vragen of ze specifieke regels hebben voor aanhangwagens, zoals maximale afmetingen of speciale parkeerplaatsen voor combinaties.
Het is aan te raden om de lichten en remmen van je BE-combinatie regelmatig te controleren, bij voorkeur vóór je op reis gaat. Dit kan je helpen om veilig te blijven op de weg. Een goede vuistregel is om deze controles minstens één keer per maand uit te voeren of altijd voordat je op een lange rit gaat. Controleer ook of alle reflectoren en andere veiligheidsvoorzieningen goed functioneren.