Land Rover Defender
De Defender is dé Land Rover. De eerste auto van het merk. Sinds de vierde generatie van het model heet die Defender. Daarvoor ging het de oer-4x4 door het leven als de Series I (eigenlijk postuum omgedoopt), II en III. Als merk is Land Rover overigens pas in 1978 door Rover opgericht.
In 1983 introduceerde Land Rover de vierde serie van z’n model, en daar werd in 1990 de naam Defender aan vastgeknoopt. Het product was toen gewoon een verderzetting van de evolutie die al bij de eerste auto uit 1948 was gestart. De keuze voor de extra naam had alleen te maken met de noodzaak om modellen te kunnen identificeren. Na de Range Rover, die in de seventies succesvol werd gelanceerd, kwam er dan immers ook nog een Discovery bij. De originele vormen zijn eigenlijk nog steeds in het koetswerk herkenbaar omdat Land Rover 67 jaar lang het model alleen aan de noodzakelijke aanpassingen onderwierp.
De generatiewissel in 1983 is de meest ingrijpende uit de abnormaal lange carrière van het model. Toen werd immers een nieuwe wielophanging ontworpen, met schroefveren in plaats van de bladveren die tot dan toe werden gebruikt. En er werden modernere dieselmotoren geïntroduceerd.
De Defender is in ons land leverbaar geweest in drie lengtematen. Die worden uitgedrukt in de inches die de wielbasis meet. Zo heeft de Defender 90 dus 20 inches minder tussen de voor- en achteras dan de vierdeurs 110. En er is ook nog een 130 die veelal werd besteld als dubbele cabine met laadbak. Koetswerkuitvoeringen waren er in allerlei vormen. Van een kleine tot een erg grote pickup, een cabrio, een model met een huif en natuurlijk ook de gesloten versies. En van zowel de 110, 130 als de compacte 90 (die eigenlijk in lengte korter is dan een recente Golf maar er zo absoluut niet uitzien) bestaan er ook telkens uitvoeringen die ingeschreven kunnen zijn als lichte vrachtwagen.
Onder de kap vond je bij de voorlopers eerst viercilinder benzinemotoren en diesels, er kwam zelfs even een V8 onder de kap (met niet eens 170pk). Maar de Defender was vooral een dieselmodel. In eerste instantie met een 2,5l vijfcilinder, later met een 2,4l viercilinder (uit de Ford Transit) en finaal zelfs met een voor het model abnormaal beschaafde 2,2l viercilinder die ook in de Freelander gebruikt werd. De motoren zijn steevast afgesteld op trekkracht, souplesse en gebruik in extreme omstandigheden (onder werkingshoeken waar normale diesels al lang geen smering meer krijgen bijvoorbeeld). Maar niet op vermogen. Een Defender is dan ook nooit een snelle auto geweest. De diesels schopten het niet voorbij 122pk en zelfs de jongste versies liepen niet harder dan 135km/u, al was het daar -sinds de komst van een zesversnellingsbak- een begrenzer die ervoor zorgt dat de assen niet te veel afzien.
Inmiddels is het model met pensioen. Eind 2015 liep het laatste exemplaar van de band. De auto kan niet langer voldoen aan de uitstoot- en veiligheidsnormen. Een opvolger wordt pas in 2018 verwacht en of die op de genade van de grote schare Defender-liefhebbers zal kunnen rekenen is nog koffiedik kijken.
Alternatieven voor de Land Rover Defender
Eigenlijk is de Defender een beetje een geval apart. Maar als je hem dan toch ergens naast moet zetten, dan is het wellicht naast een ander icoon: de Mercedes G-Klasse. Of een Toyota Land Cruiser.
Een occasie Land Rover Defender kopen
Defenders hebben de reputatie onverwoestbaar te zijn. En hoewel ze niet vaak verkocht worden, blijven ze wel rondrijden. Het aanbod op 2dehands.be is dan ook uitgebreid. Het zijn erg waardevaste voertuigen.