Een giraf kan een indrukwekkende hoogte bereiken, vaak tussen de 4,5 en 6 meter. Mannelijke giraffen zijn meestal groter dan vrouwelijke giraffen. Hun lange nek stelt hen in staat om bladeren van hoge bomen te bereiken, wat hen helpt om toegang te krijgen tot voedsel dat andere dieren niet kunnen bereiken.
Giraffen hebben unieke kenmerken zoals hun lange nek, lange poten en een opvallend vlekkenpatroon. Deze vlekken variëren van kleur en patroon tussen de verschillende giraffen en helpen bij camouflage. Ze hebben ook grote ogen die hen een breed gezichtsveld geven, wat nuttig is om roofdieren te spotten.
Giraffen beschermen zich voornamelijk door hun lengte en snelheid. Ze kunnen, als ze zich bedreigd voelen, een flinke snelheid ontwikkelen en hebben krachtige schoppen. Het is niet ongewoon dat een giraf een aanvaller zoals een leeuw een stevig trap geeft, wat heel effectief kan zijn.
Giraffen komen voor in verschillende leefgebieden, maar ze geven de voorkeur aan open savannes en graslanden waar voldoende bomen en struiken zijn om te voeden. Ze zijn vaak te vinden in gebieden met acaciabomen, aangezien deze hun favoriete voedselbron zijn.
Giraffen communiceren op verschillende manieren, waaronder het maken van geluiden zoals blaffen, snurken en zelfs het maken van infrageluiden die mensen niet kunnen horen. Ze gebruiken ook lichaamstaal, zoals het draaien van hun hoofd en het buigen van hun nek, om met elkaar te communiceren, vooral tijdens sociale interacties.