Het belangrijkste verschil tussen een herderin en een herder is het geslacht; een herderin is een vrouw die de zorg en het toezicht heeft over de schapen, terwijl een herder een man is in dezelfde functie. In veel culturen zijn de definities van deze rollen echter vrij traditioneel en kunnen ze in de praktijk vaak door elkaar lopen depending on de context van de afbeelding of het verhaal.
Herderinnen komen vaak voor in verschillende kunststromingen zoals het romantisme en de neoclassicistische periode, waar ze vaak worden afgebeeld in natuurlijke landschappen en met een sterke focus op emotionele expressie. Ze zijn ook te vinden in de schilderkunst van de 17e eeuw, vooral in werken die de landelijke levensstijl van het platteland afbeelden.
In de kunst symboliseren herderinnen vaak zorg, leiding en bescherming. Ze worden vaak afgebeeld als liefdevolle en zorgzame figuren, die niet alleen de schapen bewaken, maar ook als metaforen voor moederlijke zorg en leiding in de geestelijke zin. Dit sluit aan bij de bredere symboliek van de herder als gids voor de gelovigen.
Beelden van herderinnen worden vaak gemaakt van verschillende materialen, afhankelijk van de periode en de stijl. Veel voorkomende materialen zijn hout, klei, marmer en brons. Hout wordt vaak gebruikt voor traditionele sculpturen, terwijl marmer en brons vaak worden gebruikt voor beelden die een meer klassieke uitstraling hebben.
De rol van herderin heeft door de geschiedenis heen een significante impact gehad op de kunst. In de middeleeuwen werd ze vaak afgebeeld in religieuze contexten, terwijl ze in de 19e eeuw een meer romantische en idealistische uitstraling kreeg. Hierdoor heeft de afbeelding van de herderin bijgedragen aan de culturele en sociale betekenis van vrouwelijkheid in de kunst.