De barokstijl vindt zijn oorsprong in het begin van de 17e eeuw en is ontstaan in Italië. Deze stijl kwam voort uit de behoefte aan een kunstvorm die sterk emotioneel en dramatisch is, vaak in verbinding met de katholieke heropleving. Het verspreidde zich snel door heel Europa, wat resulteerde in variaties in de stijl afhankelijk van de regionale invloeden.
De barokstijl heeft een aanzienlijke impact gehad op de architectuur, met zijn kenmerkende gebruik van grote, dramatische vormen en complexe plattegronden. Barokke kerken en paleizen zijn vaak ontworpen om een gevoel van grootsheid en luxe over te brengen, met veel aandacht voor symmetrie, ornamenten en spel met licht en schaduw. Dit zorgde voor een dramatische ervaring bij het betreden van deze ruimtes.
In de barokkunst worden diverse materialen gebruikt, variërend van marmer en hout tot zijde en gouddraad. Marmer is geliefd vanwege zijn duurzaamheid en elegantie, terwijl hout vaak gedetailleerd is bewerkt voor meubels en decoraties. Daarnaast worden soms luxe materialen zoals vergulding en kostbare stoffen ingezet om de rijkdom en status van de eigenaar te benadrukken.
De barokperiode is van groot belang in de kunstgeschiedenis omdat het een tijd was van zowel innovatie als emotie. Kunstenaars gebruikten nieuwe technieken om diepte en dynamiek te creëren, wat leidde tot een ongekende expressie in schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur. Het was een periode die niet alleen de kunst vormde, maar ook de cultuur en religie van die tijd beïnvloedde.
Een barok salon herken je aan zijn weelderige decoratie en rijke materialen. Typische kenmerken zijn luxe meubels met ingewikkelde houtsnijwerken, zware gordijnen, en een overvloed aan kunstwerken aan de muren. De ruimte is vaak een mix van elegantie en dramatiek, met felle kleuren en een goede balans tussen Licht en schaduw, wat bijdraagt aan de theatrale sfeer.