Volkswagen Polo
- Compacte middenklasser
- Kleine broer voor de Volkswagen Golf
- Inmiddels al groter dan de eerst Golf-generatie
Compacte Volkswagen
Toen de Golf al halverwege de jaren zeventig als gezinswagen een groot succes bleek, wou Volkswagen al snel een nog compactere auto. Als instapper of - toen ook al - zelfs als tweede auto. Hij was er tijdens de eerste generaties in een aantal koetswerkstijlen. Een conventionele berline, een driedeurs en zelfs een heuse coupé. Er was zelfs ooit een Volkswagen Polo break. Maar de populariteit van de hatchback haalde het. Tegenwoordig heb je de Polo in erg gelijkaardig ogende versies met 3 of 5 deuren. Voorwielaandrijving maakt al van meet af aan deel uit van het recept en is nog steeds present in de inmiddels vijfde generatie van het model.
Erg veel concurrentie
De Polo is een franjeloze auto die vooral overtuigt met rationele argumenten. Z’n Duitse nationaliteit heeft positieve invloed op de restwaarde. De afwerking is degelijk, het plaatsaanbod groot. Concurrenten als een Citroën C3, Ford Fiësta, Nissan Micra, Renault Clio of Toyota Yaris zijn allemaal wat frivoler. Zelfs de Duitse Opel Corsa werpt zich wat speelser op dan de Polo. Maar een Polo GTI hoort het hart wel wat sneller te doen slaan. Als de Polo een moet hebben, laat het dan z’n bij tijden karige uitrusting zijn. Duitse autobouwers hebben de gewoonte om hun klanten te laten betalen voor opties die elders standaard zijn.
Zoveel versies
De prestaties van al die verschillende Polo’s lopen ver uit elkaar. De instapper (1.2 TSI) vergt nog meer dan 16 seconden voor de honderdsprint, terwijl de al 180pk sterke 1.4 TSI in de Polo GTI naar 100km/u kan in 6,9 seconden. Het verbruik loopt daarom ook behoorlijk ver uit elkaar, maar de zuinigste recente versies schommelen al rond 3 liter.
5 generaties
Zoals gezegd, de eerste Polo was er al halverwege de seventies. In 1975 kwam het model voor het eerst op de markt, toen nog gebaseerd op de Audi 50. De tweede generatie hield het opvallend lang vol. Van 1981 tot 1994. De Polo III werd geïntroduceerd in 1994 en vertegenwoordigde een zevenmijlsprong voor het model. Bij de vierde generatie (2002) werd Volkswagen’s platformstrategie naar de Polo doorgetrokken. Dat betekent dat de basis toen (en nog steeds) gedeeld wordt met de Skoda Fabia, Seat Ibiza en - in recente tijden - ook de in België gebouwde Audi A1. De vijfde generatie werd weerom groter. Hij is nu al groter dan de eerste twee generaties van de VW Golf. Maar hij werd nu ook wat lichter. Dat heeft een positieve invloed op het verbruik.
Benzines winnen aan populariteit
De wat oudere Polo diesels (SDI-motoren) hebben de reputatie nagenoeg onverslijtbaar te zijn maar de prestaties van die motoren zijn eerder matig. Modernere turbodieselmotoren zijn veel vlotter. Die waren tot enkele jaren geleden erg populair in het segment omwille van fiscale stimuli. Sinds die weg vielen zijn compacte benzines weer aan een opmars bezig. Ongeacht de motorversie is het zo dat het meerendeel van de Polo’s over en vijfdeurskoetswerk beschikt en dat handgeschakelde versies veel vaker voorkomen dan auto’s met een automaat.